“Je moet een zorghart hebben om in de zorg kunnen werken”

Zorgen voor anderen zit Wil Voogt echt in haar hart. Die eigenschap kreeg ze van thuis uit mee, waar zij van de zes kinderen in het gezin diegene was die haar moeder het meeste hielp. Op haar 73ste is ze nog steeds als mantelzorger actief.Roerend in een kopje thee zit Wil aan tafel in de huiskamer in het huis in Tinte, waar ze samen met haar man Cor(83) al zoveel jaren woont. “Op mijn 17-de ben ik met hem getrouwd. 56 jaar nu en nooit spijt gehad”, glimlacht ze. Cor komt erbij zitten en ook hun pleegzoon Chris, die ooit als crisisbaby bij hun kwam, komt even kijken. Chris heeft het syndroom van Down, een bewuste keuze destijds. “Het is zo’n lieverd en we zijn zo gelukkig met hem”, vertelt ze. Wil kijkt terug op haar leven. “Wat heb ik eigenlijk veel gedaan, als ik nu terugkijk”, moet ze toegeven.

Mantelzorg

Ondanks dat haar 5 biologische kinderen inmiddels de deur uit zijn, is stilzitten er voor Wil niet bij. Ze is mantelzorger voor mensen die te goed zijn voor een verzorgingstehuis, maar thuis hulp nodig hebben. En dat doet ze al jaren. “De kinderen woonden toen nog thuis. Het begon met een vrouw die suikerziekte had”, herinnert ze zich. “Er werd gevraagd of ik haar dagelijks insuline kon spuiten”, Naar een opleiding werd destijds niet gevraagd. “Ik heb dat gewoon gedaan. Toen die vrouw naar de Plantage ging, heb ik haar man bij ons thuis opgevangen en verzorgd tot aan zijn overlijden”. Tot op de dag van vandaag helpt ze waar ze kan, ondanks de Corona. “Corona heeft grote invloed op iedereen. Maar we kunnen de ouderen toch niet laten stikken”, vindt ze. “Je moet een zorghart hebben om in de zorg te kunnen werken. Maar ik doe het ook met veel plezier”. Dat ze zelf tot de risicogroep behoort beseft ze natuurlijk wel. Daarom probeert ze zoveel mogelijk de regels in acht te nemen.

Pleegzorg

Maar het zijn niet alleen de ouderen, voor wie Wil haar hart openstelde. Ondanks dat zij en haar man zelf 5 kinderen hadden, wilden ze ook voor andere kinderen iets betekenen. Pleegzorg kwam per toeval op het levenspad. Wil: “2 van onze zoons gingen op zomerkamp en daar was ook een 16-jarig meisje die, na in verschillende pleeggezinnen gewoond te hebben, door mijn zus was opgevangen. Het meisje vertelde dat ze heel graag bij ons wilde wonen. Daar moesten we toch wel even over nadenken. We hadden zelf al 5 kinderen en ons huis was niet echt groot. We waren dankbaar met onze gezonde kinderen en waarom zouden we ook niet iets voor een ander kind kunnen betekenen? We besloten om ervoor te gaan. We hebben een kast leeggemaakt en daar kon ze in slapen”, gaat ze verder. Het meisje bleef tot haar 18-de en na enige omzwervingen trouwde ze vanuit het huis in Tinte. “Ze heeft gestudeerd en is nu moeder van 4 kinderen. We hebben nog steeds contact”.

Bewust Down

Na de geboorte van hun jongste zoon wilden Wil en Cor openstaan voor een kindje met het syndroom van Down en namen contact op met de William Schrikker Stichting. Om in aanmerking te kunnen komen als pleeggezin volgden Wil en Cor als voorbereiding de verplichte STAP-cursus. Toch duurde het nog 6 jaar voordat ze een voorstel kregen. “We werden gevraagd of we een jongetje van 13 maanden met het syndroom van Down wilden opnemen. Het was een crisisplaatsing en na 4 maanden zou hij worden overgeplaatst naar een ander gezin. We gingen kijken, maar hadden er niet zo’n goed gevoel bij. Ik heb de stichting opgebeld en gezegd dat Chris bij ons blijft. Hij wordt nu 32 en woont nog steeds bij ons”. In totaal vonden 5 pleegkinderen een plekje in het gezin. “Waarom ga ik buitenshuis niet dat doen, wat ik hier binnenshuis doe”, vroeg ze aan haar man. Ze was toen 45. En zo ging Wil als invalkracht werken in het Medisch Kindertehuis in Oostvoorne. Al snel merkte ze dat het niet makkelijk was om met kinderen met gedragsproblemen om te gaan en ze besloot op haar 46-ste de 4-jarige SPW-opleiding te volgen. Na het behalen van haar diploma ging ze op diverse locaties aan de slag.

PENSIOEN

Inmiddels is Wil met pensioen, maar daar leeft ze niet naar. Wil is nu 73 en nog steeds zet ze zich in als mantelzorger. Tijd om echt met pensioen te gaan, heeft ze nog niet. “Daarom halen we geen geraniums in huis, want ze heeft geen tijd om erachter te gaan zitten”, lacht Cor. (Redactie)